De architecten Couss? & Goris gingen zich niet te buiten aan vormexperimenten of opzichtig materiaalgebruik, maar ontwierpen een atelier dat op een logische manier beantwoordde aan de eisen van de opdrachtgever. Zo moesten bijvoorbeeld alle binnenmuren vlak blijven, zodat stapelrekken en machines ongehinderd tegen de muur konden staan, Daarom staan de poten van de houten spanten tegen de buitengevel. Niet alleen blijft het interieur op deze manier vrij en werkbaar, maar deze tastbare elementen geven ook het exterieur een expressieve kracht.
In de voor-en achtergevel zitten, telkens tussen de spanten, hoge ramen ingeplant. De bouwelementen (geisoleerde betonpanelen) werden telkens in dezelfde volgorde ingepast in een eenvoudige stalen skeletstructuur.
De loods vormt een oase van rust tussen de omliggende luxueuze en opvallende kantoren.