In de utiliteitsbouw wordt veelvuldig gebruik gemaakt van standaard bouwsystemen. Dit beperkt de uitdrukkingsvrijheid van de architect behoorlijk. Toch kan met de nodige inzet een standaardgebouw op een bijzondere manier worden vormgegeven en een geheel andere allure krijgen dan de bouwproducten lijken te suggereren.
De wereld van maneges en stoeterijen kenmerkt zich door een standaard architectuur. Een aantal bedrijven heeft zich bekwaamd in de bouw ervan, maar de ingredienten zijn vaak dezelfde: een staalskelet, een schuin dak van stalen sandwichtpanelen en een gevelinvulling met staal, hout of metselwerk. Vormvariaties zijn bijna niet mogelijk en staan doorgaans ook niet hoog op de prioriteitenlijst van deze branche. In Putten ligt dat anders. De architect kreeg de mogelijkheid binnen een budget de grenzen op te zoeken van dit standaard systeem. De architect kiest ervoor om gevel en dak vloeiend in elkaar over te laten lopen en ook de nok van het gebouw af te ronden. Dit geeft de mogelijkheid om de stalen dakplaten als een deken rond het gebouw te vouwen en door te laten lopen tot het maaiveld. De tweede overweging is om in kleur en vormgeving te verwijzen naar de omliggende boerenschuren. Deze kenmerken zich door een zwartgeteerde huid en een witgeschilderde dakrand. In de stoeterij is gebruik gemaakt van een antracietkleurige gevelbekleding en een lichtgrijze daklijst die het silhouet versterkt en de sculpturale, elegante vorm onderstreept. Van een afstand leest het gebouw als ?n volume. Dichterbij echter openbaren zich doorbrekingen van de hoofdvorm. Binnen is er gebruik gemaakt van een beperkt materialenpalet: hout en kaal beton bepalen het beeld.