De woning in het Drentse Eelde is eigenlijk een huis met een houten schuur eromheen.
Daardoor past het ontwerp goed bij het historische landschap en de bebouwing van weleer.
Een half-open schil van lamellen schermt de buitenruimten af; daarbij geven de grote luiken de bewoners veel keuzevrijheid. De materiaalkeuze en detaillering van de buitenschil zijn zorgvuldig en boers tegelijk: houten planken en verzinkt staal, nergens afgewerkt of weggemoffeld
De indeling van de woning is eenvoudig van opzet. De opdrachtgevers, een ouder echtpaar, vinden alle woonfuncties beneden. Ze hebben vaak gasten te logeren, die terecht kunnen op de verdieping. Een belangrijke eis is dat het een intiem huis moet zijn, met veel visuele privacy, maar weinig akoestische privacy. Er zijn dus veel plekken, maar bijna geen binnendeuren en afgesloten verkeersruimten. Meest opvallend is de vide over viervijfde van de lengte van de woning die alle vertrekken met elkaar verbindt.
De woning in het Drentse Eelde is eigenlijk een huis met een houten schuur eromheen.
Daardoor past het ontwerp goed bij het historische landschap en de bebouwing van weleer.
Een half-open schil van lamellen schermt de buitenruimten af; daarbij geven de grote luiken de bewoners veel keuzevrijheid. De materiaalkeuze en detaillering van de buitenschil zijn zorgvuldig en boers tegelijk: houten planken en verzinkt staal, nergens afgewerkt of weggemoffeld
Het ontwerp heeft dezelfde hoofdvorm als een oorspronkelijke boerderij: functioneel, recht-toe-recht-aan, 1 bouwlaag en een kap, en haaks op de as van de weg. Aandacht voor de buitenruimten hadden de arme boeren niet: een weiland met een huis erop, meer is voor een boerenbedrijf niet nodig. Daarom ontbreken bij de woning alle toevoegingen zoals een carport, luifel of terras.
De harde hoofdvorm van het ontwerp laat zich moeilijk rijmen met een moderne, comfortabel woning. Die vraagt juist verschillende overgangsgebieden tussen binnen en buiten. Een buitenruimte die enige privacy biedt en beschutting tussen wind of zon is toch wel het minste. Dat brengt de architect op het idee de buitenruimten binnen de hoofdvorm te brengen. Daardoor is het nodig de hoofdvorm min of meer open te laten, wat betekent dat deze nauwelijks bouwkundige functies kan vervullen. Binnen deze omhulling komt de ‘echte’ bouwkundige schil die voorziet in zaken als warmte-isolatie en winddichting: het is dus een huis in een schuur. Van de binnenschil kunnen de ramen open en dicht, onafhankelijk van de buitenschil.
Voor de buitenschil valt de keuze op houten lamellen. Daarmee lijkt de woning sterk op de kippenschuur die er eerst stond. De houten lamellen zijn opgenomen in grote luiken of baanderdeuren, die de bewoners naar believen open of dicht kunnen zetten.Zo kunnen ze het uitzicht, de inkijk en de zontoetreding regelen, plekken rond de woning afscheiden en de binnen en buitenruimten met elkaar verbinden.