Zelden zijn boerderijen inspiratiebron voor nieuwe gebouwen. Friesland telt niettemin enkele interessante voorbeelden, waarbij de ontwerper rekening heeft gehouden met de traditie en het omringende landschap. Een vroeg resultaat van een dergelijke oplossing is te vinden in een noordelijke uithoek van het kale Kollumerland.
Het is een boerenhuis met stal dat een opmerkelijke vernieuwing van de lessen uit het agrarische erfgoed toont. De contour van een breed zadeldak met een bescheiden dakhelling verwijst naar de grote tentdaken van de boerenschuren en dat is al voldoende voor het effect. De architect heeft een vondst toegepast door de skuorreed, het wagenpad, tot een open doorgang (een vide) te vormen op tweederde van de breedte van het huis. Zo wordt de driehoekige contour niet onderbroken.
De vide is aan de voor- en achterzijde open maar wel overdekt, het zadeldak loopt door met transparante golfplaten die gefilterd licht door laten. Daar is ruimte als berging of kas voor wijnstokken en potplanten. Aan de westzijde heeft de woning flinke vensterpuien op het landschap gericht. Verder is er een uitgekiende compositie van verticale en vooral horizontale vensters. De woning is gebouwd van helderrode, gladde baksteen, die doet denken aan de Groninger perssteen. Op het dak liggen grijze golfplaten.